Van Biervliet met haar versie van de NMBS reeks 23 in HO

 Een technisch hoogstaand model

 

 

In 2010 verraste Van Biervliet de liefhebbers met de aankondiging om de reeksen 22, 23 en 25 in model uit te brengen. De voorbije jaren had Märklin en Trix het voor het zeggen met verschillende uitvoeringen in metaal. Alleen Lima en Dacker waren meer dan 30 jaar geleden Märklin voorafgegaan. Iedereen is dan ook benieuwd of Van Biervliet het beter zou doen dan Märklin. Niet alleen de technische prestaties, maar ook de afwerking zouden de potentiële klanten moeten overtuigen. Bij deze bijdrage gaan we echter geen vergelijking maken tussen Märklin en Van Biervliet.

  

De reeks 23 in model

Na onze positieve ervaringen met andere locomotieven die Van Biervliet de voorbije jaren heeft uitgebracht, blijven de eerste indrukken bij een nieuw model vaak doorslaggevend. Dit geldt ook voor deze versie van de reeks 23. Van Biervliet heeft daarom beslist om het model pas uit te brengen nadat alle mogelijke zichtbare en onzichtbare tekortkomingen tijdens de ontwikkeling waren weggewerkt. Hiervoor werkt Van Biervliet samen met LS Models die instaat voor de eigenlijke ontwikkeling. De productie en de montage zijn uitgevoerd bij Modern Gala in China. Het resultaat van deze samenwerking mag dan ook gezien worden. Het is een perfect ogend model dat voldoet aan de stoutste verwachtingen.

 

 

 

Eerste indrukken

Het eerste wat opvalt, is de realistische kleurweergave en de superfijne detaillering. Pas wanneer we een vergelijking maken met het echte voorbeeld valt het op hoeveel aandacht is besteed aan de correcte weergave van alle details. Van Biervliet brengt tegelijk twee verschillende nummers uit. Bekijken we deze modellen van dichtbij, dan ontdekken we een groot aantal verschillen. Beide locomotieven kunnen immers ingezet worden in een andere periode. Alle kleine details zijn daarom aangepast in de toestand zoals ze indertijd gereden hebben. De 2311 kan je laten rijden in tijdperk IV tussen 1986 en midden jaren 1990. De 2366 kan ingezet worden in tijdperk V vanaf 1993 tot begin 2001. Na deze datum werden de Magelan-stickers op de deuren aangebracht.

 

Schildering

De schildering is perfect uitgevoerd. Hierop valt niets aan te merken. De kast is geschilderd in elektrisch blauw op basis van een kleurstaal van de NMBS. In het midden loopt een gele band tot aan de roosters op de zijkant. Onderaan zien we een tweede gele band tot aan de deuren. Deze combinatie wordt sinds de jaren 1980 systematisch gebruikt voor alle elektrische locomotieven. Onderaan is de kast zwart geschilderd in dezelfde kleuren als het chassis. Het dak en de pantografen zijn grijs. Het model is afgewerkt met een satin glans waardoor de kleuren volledig tot hun recht komen.

De blauwe schildering met gele band werd vanaf 1980 tot 1994 geleidelijk ingevoerd. Daarvoor was de overwegend groene en gele schildering in gebruik. De 2311 kreeg in 1984 zijn blauwe livrei. De 2366 kwam in 1986 aan de beurt. De opschriften zijn van een bijzonder hoge kwaliteit. Alles is goed leesbaar, al heb je daarvoor soms een vergrootglas nodig. Geen enkel detail ontbreekt. Alle onderdelen zijn vooraf gemonteerd en zitten stevig vast.

Het model van de reeks 23 wordt geleverd met aan één zijde een NEM schacht en een goed werkende kortkoppelmechanisme. Aan de andere zijde zien we vooraf gemonteerde leidingen en een imitatie modelkoppeling. In een zakje zitten extra onderdelen om een compleet vitrine model te maken, of om de andere zijde eveneens te voorzien van een werkende koppeling. Daarnaast vind je ook nog enkele reserveonderdelen.

Van Biervliet komt tegelijk met twee nummervarianten van de reeks 23. Wie oplet, ziet enkele opvallende verschillen tussen beide modellen. De 2311 behoort tot de stelplaats Ronet en is uitgevoerd in tijdperk IV (tot 1991). De 2366 hoort thuis in tijdperk V en heeft Oostende als thuisbasis. Beide modellen hebben geen Magelan pictogrammen op de deuren. Die zijn pas in 2001 aangebracht.

De 2311 heeft als revisiedatum 7.1.86. Er is nog geen sonorisatie kabel voor de intercom geïnstalleerd. De 2366 is inzetbaar vanaf 15.11.93. De bufferplaat is vernieuwd, de cijfers zijn anders geschilderd en het B-logo ontbreekt. Let ook op de fijne details van de frontlampen.

Het aantal lamellen in de ventilatieroosters komen precies overeen zoals in werkelijkheid. Door de ruiten vang je een glimp op van het interieur. De fabrieksplaat is nog net leesbaar en vermeld de constructeurs die bij de bouw van de loc betrokken waren. 

De looproosters van de 2366 hebben gele randen voor de veiligheid. Let ook op de kabels die mooi door de handgreep lopen. Deze kabels om te rijden in treinschakeling werden in de loop van de jaren 1970 aangebracht.

De tractielampen boven het linkse raam zijn grijs geschilderd. Ze worden niet meer gebruikt omdat de loc is uitgerust voor het rijden in treinschakeling. De looproosters boven de buffers zijn in messing.

De 23 is uitgerust met ACEC-stroomafnemers die speciaal voor dit model zijn ontwikkeld. De smalle sleepstukken zijn conform het echte voorbeeld.

Achter de eerste panto vinden we het kastje voor beveiliging van de hoogspanning. De leidingen op het dak zijn in kunststof en zijn niet in het dak meegegoten.

 

 

Rijeigenschappen

Het losmaken van de kap moet zeer voorzichtig gebeuren om te voorkomen dat onderdelen zouden afbreken. Bekijk vooraf de tekeningen in de handleiding. Gebruik geen kaasprikjes maar twee dunne stevige stukjes karton.

De aandrijving gebeurt met een Japanse Canonmotor met twee vliegwielen. Aan één zijde vinden we een kuipje voor de luidspreker van de geluidsdecoder. De printplaat is door Van Biervliet ontwikkeld. De verende pinnen maken contact met de flexprint onder het dak. Deze verbindingen zorgen voor de front- en cabineverlichting en elektrische geleiding via de bovenleiding.

De analoge basisversie is voorzien van een dummy stekker. Deze kan vervangen worden door een 21-polige decoder. Bij de versie voor drierail wordt standaard een ESU LokPilot M4 v4 ingebouwd. Als optie kan je ook kiezen voor een model met een ESU geluidsdecoder.

De draaistellen zijn samengesteld uit verschillende onderdelen. De draaistellen van de 2366 in tijdperk IV zijn ander opgebouwd dan de 2311 in tijdperk V. De draaistellen zijn geschikt voor korte bogen van 358 mm. Hiervoor is de bovenste rand van het draaistel in de hoeken dunner dan in het midden. Ook de binnenkant van de kast is op de plaats van de draaistellen dunner uitgevoerd.

Onder de draaistellen vinden we naast het logo van Van Biervliet eveneens de verwijzing naar LS Models en Modern Gala. De beugelkoppeling kan in twee standen gemonteerd worden. De versie voor drierail heeft aangepaste wielen en een sleper. Eén wiel is uitgerust met een antislipband. Let ook op de uitsparing in de kast ter hoogte van de draaistellen.

De rijeigenschappen van het model zijn uitstekend. Wij konden een analoge en een digitale versie uittesten. De digitale uitvoering die Van Biervliet levert is uitgerust met een LokPilot v4.0 M4. Deze multiprotocol decoder van ESU is vooraf geprogrammeerd zodat ook alle functies optimaal kunnen bediend worden. Uiteraard kan je zelf een decoder plaatsen. Hiervoor moet je de kast oplichten. Dit moet uiterst voorzichtig gebeuren en staat beschreven in de meegeleverde handleiding. Deze tekeningen vind je ook op de website www.vanbiervliet.com.

Bij de loc krijg je een aantal onderdelen om van je loc een vitrineversie te maken of om je model aan beide te voorzien van dummy aansluitingen. Van Biervliet voegt enkele tekeningen bij de doos om de correcte montage toe te lichten.

Besluit

De eerste oplage van beide modellen is bij het verschijnen van dit artikel zo goed als uitverkocht. Dit is ook voor Van Biervliet een verrassing. Blijkbaar hebben veel liefhebbers drie jaar gewacht tot het model uiteindelijk beschikbaar was. In 2014 en later zullen nieuwe nummervarianten volgen.  Indien haalbaar zullen ook deze modellen nog aan een basisprijs van € 199,00 aangeboden worden. Daarna zal van Biervliet geleidelijk alle kleurvarianten aanbieden. Vervolgens is het de beurt aan de volgende modellen van de reeksen 22, 25 en 25.5.

De eerste modellen werden uitgebracht in samenwerking met LS Models en geproduceerd bij Modern Gala in China. De samenwerking verloopt echter niet zo vlot als men zou verwachten. Van Biervliet kan nooit een exacte datum bepalen waarop een nieuw model verkrijgbaar zal zijn. Zij zijn hiervoor grotendeels afhankelijk van LS Models en de productiecapaciteit van Modern Gala. Het zou ons bijgevolg niet verwonderen indien Van Biervliet de samenwerking met LS Models stopzet en zelf op zoek gaat naar een andere fabriek in China om haar matrijzen te laten spuiten en de montage van het model te laten uitvoeren. Wordt ongetwijfeld vervolgd.

 

Afmetingen

 

1:1 1:87 Van Biervliet

 Lengte over de buffers

18.000 mm 206,9 mm 206,9 mm

 Asafstand
 

3450 mm 39,7 mm 39,9 mm

 Radafstand

8.600 mm 98,9 mm 99,4 mm

 Diameter wielen

1.262 mm 14,5 mm 14,5 mm

 Breedte

2.915 mm 33,5 mm 33,9 mm

 

Uitgebrachte en aangekondigde versies (toestand 2015)

Reeks 23 - 2366 blauw geen B-logo met kabel Depot Oostende IV VB-3001 12/2013 199.00
Reeks 23 - 2311 met B-logo zonder kabel Depot Oostende IV VB-3002 12/2013 199.00
Reeks 23 - 2363 geel zonder contactdoos en verbindingskabel Depot Brussel-Zuid IV VB-3003 10/2014 199.00
Reeks 23 - 2352 blauw met contactdoos en met verbindingskabel met B-logo ‘B’  en Magelansticker Tp V-VI Depot Antwerpen/Anvers V-VI VB-3004 10/2014 199.00
Reeks 23 - 2347 blauw met boord aan zijkant met contactdoos en met verbindingskabel V VB-3005 ? 219,00
Reeks 23 - 2306 Groen met verbindingskabel,  witte V op het front. Stelplaats Ronet IV VB-3006 ? 219,00

  

 

Deze opname is gemaakt in 2003 in Berchem op lijn 27A op de grens met Deurne en Mortsel. Op de foto draagt de 2366 het B-logo op het front en heeft de loc Antwerpen-Noord als stelplaats. Eind 2009 werd deze loc op rust gesteld. Hij werd in 2012 gesloopt. In september 2007 kreeg ze nog haar laatste revisie.