LSM Icefs 05

Waarom geen INTERFRIGO op je modelbaan?

Zoals beloofd bracht LS Models eind 2016 het model van de Interfrigo koelwagen zoals hij in de jaren 1950 bij de NMBS was ingeschreven. Deze wagens zijn in de eerste plaats bestemd voor de Belgische en de Zwitserse markt. Wie de geschiedenis van Interfrigo kent, weet echter dat deze wagens overal in Europa te zien waren, vaak in combinatie met andere koelwagens.

Interfrigo

Interfrigo werd opgericht op 30 oktober 1949 in Brussel. Interfrigo is een coöperatieve onderneming naar Belgisch recht, die aanvankelijk zes Europese spoorwegmaatschappijen groepeert. Interfrigo werd opgericht op het moment dat het probleem van de wederopbouw van het spoorwegpark acuut was, enerzijds omdat het gespecialiseerde spoorwegmaterieel door oorlogshandelingen grotendeels vernield was en voor de rest erg verouderd. Anderzijds omdat de behoefte aan transport van bederfelijke voedingsmiddelen in Europa zich sterk begon te ontwikkelen.

Om geografische redenen was haar logistieke hoofdzetel gevestigd in Basel. Korte tijd na de oprichting waren 15 spoorwegmaatschappijen aangesloten bij Interfrigo. Deze kwamen uit België, Groot Brittannië, Duitsland, Nederland, Frankrijk, Luxemburg, Italië, Zwitserland, Denemarken, Spanje, Griekenland en Turkije. Korte tijd later werd een overeenkomst gesloten met acht andere landen waaronder enkele Oost-Europese landen naast Zweden, Noorwegen en Oostenrijk. In 1972 is ook Ierland tot de maatschappij Interfrigo toegetreden. Portugal werd in 1972 lid. Vanaf dan telt de groep 21 spoorwegnetten en activiteiten in 24 Europese landen.

Het gezamenlijke internationale koelverkeer van de spoorwegen werd toevertrouwd aan Interfrigo. die hiervoor, hetzij het materieel der deelnemende
spoorwegen gebruikt (18.328 wagens), hetzij haar eigen wagenpark. In 1952 telde Interfrigo 525 koelwagens. In 1960 waren het er 1.710.  In 1969 is het aantal gegroeid tot 3.951 wagens. In 1972 omvatte het wagenpark 7.000 wagens. In 1969 gebeurden er 265.000 transporten waarbij 2.790.000 ton goederen over een gemiddelde afstand van 1 .262 km werden vervoerd. De toename van het vervoer van 1965 tot 1969 beliep 50 %. In 1972 werden 3.357.370 ton goederen tussen 33 landen vervoerd vervoerd onder het toezicht van Interfrigo. Gemiddeld werden er elke maand 20.000 tot 25.000 wagens verzonden die grotendeels met fruit en groenten waren beladen, met  hoogtepunten van 35.000 wagens in de maanden juni en augustus.

In 1972 origaniseerde Interfrigo een ononderbroken koeltransport tussen Afrika en Europa. Op 7 april vertrokken uit Marokko twee
koelcontainers van 20', geladen met verse groenten. Beide containers werden te Casablanca aan boord gebracht van het schip Massalia en kwamen
op 11 april in de namiddag te Rungis aan. De temperatuur die door de klant was geëist, werd op het hele traject in stand gehouden, en de goederen kwamen dan ook vers en in volmaakt bewaarde staat aan. Terzelfder tijd had er ook een andere proef plaats tussen Reggane in ZuidAlgerië, en München, waarbij de weg, de zee en het spoor elk een deel van het werk delen. Deze proeftransporten resulteerden in bijkomende afzetgebieden rond de Middellandse Zee waaronder Algerië, Tynesië, Kreta, de Peloponnesos en Cyprus.

Interfrigo heeft een aanzienlijke bijdrage geleverd tot de technische evolutie van het gespecialiseerde materieel en bouwde in de jaren 1970 geperfectioneerde wagens met een zeer grote capaciteit, met een merkwaardige thermische isolatie, electrische ventilatie, een zeer groot laadvermogen en wagens die een snelheid die 120 km/uur mogen rijden. De kasten van vele wagens werden toen reeds vervaardigd uit kunststof. Eind jaren 1960 begin 1970 werden machinekoelwagens en machinekoelcontainers van 20 en 40 voet aangeschaft die een temperatuurbereik van + 12° tot - 30°.

Naast zijn hoofdopdracht, een optimale wagenverdeling organiseren tussen alle aangesloten landen, had Interfrigo in de loop van de jaren 1960 en 1970 een internationaal bewakingsnet opgebouwd om het goed functioneren van de koelmachines en het handhaven van de vereiste temperaturen te bewaken. Interfrigo bood een globale prijs aan. Deze omvatte het eigenlijke transport, de terbeschikkingstelling van de wagen of container (het laatste facultatief omdat Interfrigo ook belast is met het vervoer van particuliere koelcontainers), de bewaking van de verlangde temperaturen en, op aanvraag, andere prestaties zoals het bijvullen van brandstof. 

Eind 2010 vroeg Intercontainer Interfrigo NV (ICF) het faillissement aan. De meeste activiteiten werden overgenomen door verschillende privémaatschappijen.

Intercontainer werd opgericht in 1967 als een non-profit samenwerkingsverband tussen de belangrijkste Europese spoorwegmaatschappijen. In 1993 werden de activiteiten van Intercontainer en Interfrigo samengevoegd en kreeg de nieuwe organisatie de naam Inter-Interfrigo. In 2003 werden de activiteiten ondergebracht in een naamloze venootschap Intercontainer (Inter)Frigo NV (ICF). De hoofdactiviteit van het bedrijf richtte zich op intermodaal lange-afstands gecombineerd vervoer. Het bedrijf exploiteerde shuttle treinen vanaf de zeehavens naar het hinterland in centraal en oost-Europa. Op 1 februari 2011 ging het bedrijf in faling en werden de activiteiten overgenomen door verschillende andere privémaatschappijen. 

ICF was actief in heel Europa met ondermeer shuttles naar Berlijn, Moskou en Istanbul. in 2010 reden er wekelijkse nog 145 treinen. ICF had meer dan 400 medewerkers op de beste tijden. In de afgelopen jaren heeft het bedrijf maakte tijdens het praten punt met Downsizing, squad veranderingen, daling van de omzet en financiële problemen. ICF behoort Europese spoorwegmaatschappijen, Het hoofdkantoor is gevestigd in Bazel, legaal maar in Brussel gebaseerd.

Koelwagens

Een Koelwagen is een geïsoleerde wagen waarin bakken met ijs voorzien zijn. Deze wagens worden gebruikt voor het vervoer van fruit, groenten en vlees, maar ook voor aardappelen en kaas en verschillende andere producten zoals bloemen, boter en eieren. Het vervoer van vis gebeurde met specifieke koelwagens die speciaal voor visvervoer voorbehouden werden. Om de lucht constant te houden werden boven het dak ventilatoren geplaatst. Tijdens het rijden zorgen deze ventilatoren voor de nodige luchtcirculatie. Bij koelwagens zonder ventilatoren was er alleen koeling van de lucht in de wagen door de ijsblokken. De eerste koelwagens hadden een beperkte isolatie waarbij de dubbele wanden in hout gewoonlijk werden opgevuld met kurk. Korte tijd later kregen we de eerste isothermwagens met wanden in metaal en met betere isolatiematerialen. Tevens kregen ze elektrisch aangedreven ventilatoren. Pas bij de invoering van een autonoom koelsysteem verdween het gebruik van ijsblokken en droogijs.

 

Interfrigo koelwagens bij de NMBS

Bij de NMBS werden begin jaren 1950 twee nieuwe reeksen ingeschreven als privéwagen.  Deze wagens waren eigendom van Interfrigo. Ze werden ingedeeld in de reeks 500.000 die gereserveerd werd voor privéwagens. De eerste reeks kreeg de nummers 521600 tot 521704, de tweede van 521830 tot 521899. Hieruit kunnen we afleiden dat er 175 wagens gebouwd werden. De wagens hebben waarschijnlijk nooit een zevendelig nummer gekregen die vanaf 1956 bij de NMBS werd ingevoerd. Dit gebeurde wel meer met privéwagens. De nummering ging in het midden van de jaren 1960 (vanaf 1964) rechtstreeks over van 500.000 naar de nieuwe UIC nummering. Naast een UIC-nummer kregen een aantal wagens de letteraanduiding Icefs en Iefs, die gereserveerd werden voor koelwagens (I) met vleeshaken (c) en met elektrische ventilatie (e) die geschikt zijn voor verkeer naar Groot-Brittannië (f) en voor snelheden tot 100 km/uur (s). Een foto van de eerste reeks hebben we gehaald uit de fotoalbum van 'Peter Van Gestel' op 'flickr.com/photos/pimvangestel'. Deze foto komt uit de fotocollectie van wijlen Fernand Maes en is online geplaatst met toestemming van MSC De Kempen. Een afbeelding van de tweede reeks vonden we in de fabriekscataloog van Forges Usines et fonderies Haine-Saint-Pierre. Waar de eerste reeks werd gebouwd hebben we niet kunnen achterhalen.

De meeste gekoelde zendingen bestemd voor België kwamen aan in Brussel in het station Thurn en Taxis. In het volle seizoen ontving dit station 110 tot 180 wagens per dag in het midden van de jaren 1960. Het daggemiddelde beloopt evenwel 60 tot 70 wagens. In 1966 had het station Thurn en Taxis 13.346 wagens ontvangen beladen met 154.592 ton goederen (fruit en groenten). In iets meer dan viJf jaar tijd werd de bedrijvigheid van het station voor het verwerken van koelwagens bijna verdubbeld. In 1960 ontving het 80.224 ton fruit en groenten, waarvan 5.318 ton bananen, 56.190 ton ander fruit en 18.716 ton groenten (inbegrepen 7.216 ton aardappelen). Het station kende een gestadige vooruitgang. Tegelijkertijd stelde men ook een minder grote stijging van het aantal gebruikte wagens vast : 9.213 in 1961 en 13.346 in 1965. Oe wanverhouding tussen het stijgend volume en het dalend aantal wagens vloeit voort uit het feit dat het materieel rationeler wordt gebruikt en dat de wagens die ter beschikking van de gebruikers worden gesteld, van de andere kant ook tegelijkertijd een groter laadvermogen bieden en beter zijn ingericht. Begin jaren 1970 werden een del van de activiteiten van Thurn en Taxis verlegd naar een nieuwe locatie naast het spoor in Laken (op de plaats van de oude gasfabriek naast het kanaal) waar men kon beschikken over grote koelkamers. Ondanks deze bijkomende installaties bleef Thurn en Taxis een belangrijke rol spelen in de afandeling gekoelde goederen via het spoor.

Vanaf 1 januari 1971 werden de activiteiten in België voor koeltransporten van Interfrigo vertegenwoordigd door Interferry.

Interfrigo in model

Beide reeksen die gebouwd werden voor Interfrigo waren nagenoeg identiek. Ze werden gebouwd volgens het Engels profiel waardoor ze eveneens naar Groot Brittanië konden verscheept worden. Dit is te zien aan het logo met een anker naast het nummer. Dit zie je ook aan de speciale handrem die op één as drukt en aan de remleidingen op de koppen die aangepast zijn aan de Britse voorschriften. Alle wagens waren geschikt voor een maximumsnelheid van 100 km/uur met lading. Dit was uitzonderlijk voor het begin van de jaren 1950 waar het meeste goederenvervoer nog met stoomlocomotieven gebeurde. Elke wagen had een eigen gewicht van 16,8 ton voor de eerste en 17,0 ton voor de tweede reeks. Ze hadden een nuttige oppervlakte van 12m² en een volume van 31 m³. Het laadvermogen bedroeg 13,7 ton. Aan beide zijden zijn ijsbakken voorzien van 5m³. Deze bakken worden gevuld met ijsblokken. Daarvoor was tegen het dak een vulopening voorzien. Dit is de reden waarom je aan beide zijden een dubbele trap vindt. Speciaal voor het vervoer van vlees was de tweede reeks voorzien van vleeshaken.

Een aantal bijna identieke koelwagens waren ook bij de Zwitserse spoorwegen ingeschreven. Hiervan is één exemplaar teruggevonden bij een Zwitserse vereniging die de wagen gebruikt als opslagruimte. Via deze vereniging is LS Models aan de gewenste informatie geraakt. Op basis hiervan hebben ze alle details zo nauwkeurig mogelijk opgemeten. Bij de Zwitserse uitvoering was het laadvermogen beperkt tot 12,5 ton in plaats van 13,7 ton. Tevens hadden zij een uitvoering met slechts één vulopening voor ijs in plaats van twee.

Het model van LS Models is geschilderd in het wit. De trapjes zijn gemaakt in kunststof. De borstwering bestaat uit zeer stevig en buigzaam materiaal en heeft een dikte van slechts 0,5 mm. De handgrepen zijn in metaal. De ventilatoren zijn afzonderlijk op het dak geplaatst. De oorspronkelijke ventilatoren werden later vervangen door andere exemplaren die minder hoog waren. Deze konden bij langere stilstand van de trein op het plaatselijke elektriciteitsnet worden aangesloten. 
Voor de opschriften heeft LS Models gebruik gemaakt van een beperkt aantal foto's van het grote voorbeeld. De meeste van deze foto's vind je eveneens op de hogergenoemde website van Peter Van Gestel. De opschriften zijn zwart. Op de wagen in tijdperk IV is het logo blauw geschilderd. Dit was gebruikelijk bij andere wagens die door Interfrigo werden ingezet. Op de vier hoeken vinden we het symbool dat aangeeft dat deze wagens een doorgaande rem hebben en toegelaten zijn voor internationaal verkeer. Indien nodig kunnen ze gekoppeld worden aan een reizigerstrein.

LSM Icefs 11

Besluit

LS Models brengt verschillende versies uit. Het model wordt in een set aangeboden met twee stuks voor € 105,95. Dat is vrij duur voor een setje met twee goederenwagens. LS Models vindt deze prijs verantwoord. Het gaat om een zeer gedetailleerd model met extra onderdelen. Daarnaast gaat het om een beperkte oplage waarvan hooguit vijf reeksen kunnen geproduceerd worden voor een Interfrigo wagen die bij de NMBS was ingeschreven. In deze bijdrage kwamen alleen de oorspronkelijke uitvoering in tijdperk IIIa (nr. 32100) en de versie in tijdperk IV (32102) aan bod. In de loop van december wordt nog een bijkomende versie in tijdperk III (32101 en 32103) uitgebracht. Bij voldoende belangstelling komt nog een extra uitvoering in tijdperk IV met een afwijkend B-logo.

LSM (HO) Interfrigo NMBS (32100)

LSM (HO) Interfrigo NMBS (ref. 32100) in tijdperk III 

 LSM (HO) Interfrigo NMBS (32100)
LSM (HO) Interfrigo NMBS (ref. 32101) in tijdperk III 

LSM (HO) Interfrigo NMBS (32102)

LSM (HO) Interfrigo NMBS (ref. 32102) in tijdperk III en IV