Interfrigo koelwagen 521830 opening

Interfrigo

Interfrigo werd opgericht op het moment dat het probleem van de wederopbouw van het spoorwegpark acuut was. Enerzijds omdat het gespecialiseerde spoorwegmaterieel door oorlogshandelingen grotendeels vernield was en voor de rest erg verouderd. Anderzijds omdat de behoefte aan transport van bederfelijke voedingsmiddelen in Europa zich sterk begon te ontwikkelen.

Doel

Interfrigo werd opgericht op 30 oktober 1949 in Brussel. Het is een coöperatieve onderneming met maatschappelijke zetel in België. De administratieve hoofdzetel van Interfrigo was gevestigd in Basel. Interfrigo is gespecialiseerd in het vervoer van bederfelijke goederen waarvoor het tijdens het vervoer een optimale temperatuur moet in stand gehouden worden. De maatschappij verzorgt de bouw, het verhuur en de exploitatie van materiaal en van installaties die nodig zijn bij het vervoer van goederen op een lage temperatuur.

Deelnemers

Aanvankelijk waren zes Europese landen en spoorwegmaatschappijen bij de oprichting betrokken waaronder: België, Nederland, Groot-Brittanië, Italië, Frankrijk en Zwitserland. In 1961 waren 12 spoorwegmaatschappijen aangesloten bij Interfrigo. De zes nieuwe leden kwamen uit Duitsland, Luxemburg, Denemarken, Spanje, Griekenland en Turkije. Korte tijd later werd een overeenkomst gesloten met Zweden, Noorwegen en Oostenrijk en enkele Oost-Europese landen waaronder Hongarije, Bulgarije, DDR Roemenië, Joegoslavië, Polen, Tsjechoslowakije Albanië en Iran . In 1972 is ook Ierland en Portugal tot de maatschappij Interfrigo toegetreden. Vanaf dan telt de groep 21 spoorwegnetten en activiteiten in 24 Europese landen. Volledigheidshalve moeten bij deze opsomming ook nog de aanwezigheid vermelden worden van drie dochtermaatschappijen die doorgaans de activiteiten voor Interfrigo regelden in hun land: Transthermos (Duitsland), Interferry (België) en Transfesa (Spanje). Ook de Franse groep STEF behoorde hierbij (tot begin 1990).

In 1972 organiseerde Interfrigo een ononderbroken koeltransport tussen Afrika en Europa. Op 7 april vertrokken uit Marokko twee koelcontainers van 20 voet, geladen met verse groenten. Beide containers werden te Casablanca aan boord gebracht van het schip Massalia en kwamen op 11 april in de namiddag te Rungis aan. De temperatuur die door de klant was geëist, werd op het hele traject in stand gehouden, en de goederen kwamen dan ook vers en in volmaakt bewaarde staat aan. Terzelfder tijd had er ook een andere proef plaats tussen Reggane in Zuid Algerië, en München, waarbij de weg, de zee en het spoor elk een deel van het werk delen. Deze proeftransporten resulteerden in bijkomende afzetgebieden rond de Middellandse Zee waaronder Algerië, Tynesië, Kreta, de Peloponnesos en Cyprus.

Wagenpark

Het vervoer van goederen die gekoeld moeten worden is vaak seizoensgebonden. Indien de landen hiervoor uitsluitend hun eigen wagens zouden voorzien, dan zouden een groot aantal deze wagens gedurende verschillende periodes in het jaar werkloos zijn. Omdat minder drukke en drukke periodes meestal per land verschillen heeft de coöperatieve werking van Interfrigo alleen maar voordelen. De wagens kunnen naar die plaatsen worden gebracht waar ze op dat moment het hardst nodig zijn. 

Het gezamenlijke internationale koelverkeer van de spoorwegen werd toevertrouwd aan Interfrigo die hiervoor, hetzij het materieel van de deelnemende
spoorwegen gebruikt (18.328 wagens), hetzij haar eigen wagenpark. In 1952 telde Interfrigo 525 koelwagens. In 1960 waren het er 1.710.  In 1969 is het aantal gegroeid tot 3.951 wagens. In 1972 omvatte het wagenpark 7.000 wagens. In 1969 gebeurden er 265.000 transporten waarbij 2.790.000 ton goederen over een gemiddelde afstand van 1 .262 km werden vervoerd. De toename van het vervoer van 1965 tot 1969 beliep 50 %. In 1972 werden 3.357.370 ton goederen tussen 33 landen vervoerd vervoerd onder het toezicht van Interfrigo. Gemiddeld werden er elke maand 20.000 tot 25.000 wagens verzonden die grotendeels met fruit en groenten waren beladen, met  hoogtepunten van 35.000 wagens in de maanden juni en augustus. 
In 1986 vervoerde lnterfrigo tijdens 145.043 reizen in totaal 2.270 miljoen ton goederen waarvan: Fruit (38.9 %), Vis (18.4 %), Groenten (18.3 %), Diepvriesproducten (12.3 %), Zuivelproducten (4.4 %), Vlees (1.9 %), Overige (5.8 %).

Interfrigo heeft een aanzienlijke bijdrage geleverd tot de technische evolutie van het gespecialiseerde materieel en bouwde in de jaren 1970 reeds geperfectioneerde wagens met een zeer grote capaciteit, met een merkwaardige thermische isolatie, elektrische ventilatie, een zeer groot laadvermogen en wagens die een snelheid die 120 km/uur mogen rijden. De kasten van vele wagens werden toen reeds vervaardigd uit kunststof. Eind jaren 1960 begin 1970 werden machinekoelwagens en machinekoelcontainers van 20 en 40 voet aangeschaft die een temperatuurbereik van + 12° tot - 30°.

Eind 1992 beschikte Interfrigo over 4.041 eigen koelwagens. De oudere wagens gebouwd in de jaren 1950 en de wagens met een beperkte capaciteit waren intussen afgeschreven zodat ze over een moders wagenpark beschikten. Deze wagens waren vaak aangepast zodat de toegangsdeuren een hoogte hadden van minimaal 2.20 meter die noodzakelijk was voor palletladingen. Daarboven beheerde de maatschappij nog 8747 wagens die eigendom waren van de deelnemende spoorwegmaatschappijen die zich ook verantwoordelijk waren voor het onderhoud van hun eigen wagens. De wagens die eigendom waren van Interfrigo, werden besteld na een internationale offerteaanvraag, zodat zij interessante prijzen konden bekomen die vaak lager lagen dan de kostprijs die individuele maatschappijen moesten betalen. 

Naast zijn hoofdopdracht, een optimale wagenverdeling organiseren tussen alle aangesloten landen, had Interfrigo in de loop van de jaren 1960 en 1970 een internationaal bewakingsnet opgebouwd om het goed functioneren van de koelmachines en het handhaven van de vereiste temperaturen te bewaken. Interfrigo bood een globale prijs aan. Deze omvatte het eigenlijke transport, de terbeschikkingstelling van de wagen of container (het laatste facultatief omdat Interfrigo ook belast is met het vervoer van particuliere koelcontainers), de bewaking van de verlangde temperaturen en, op aanvraag, andere prestaties zoals het bijvullen van brandstof.

In het binnen·Europese verkeer zijn de noord-zuid verbindingen de belangrijkste met Italië, Spanje en GrieKenland als groots te exporteurs en West-Duitsland, de Benelux en Scandinavië als belangrijkste importeurs.
De belangrijkste routes midden jaren 1970 zijn ondermeer:
1) llalië / Chiasso / Basel naar Duilsland, de Benelux en Groot-Brittanië.
2) Italië /Brenner / Kufstein naar Duitsland en Scandinavië.
3) Griekenland / Joegoslavië / Jessenica / Villach naar Oostenrijk en Duitsland.
4) Spanje / Frankrijk / Kehl tot Apach naar Duitsland en Noord-Europa.

Type Koelwagens

Een Koelwagen is oorspronkelijk een geïsoleerde wagen waarin bakken met ijs voorzien zijn. Deze wagens worden gebruikt voor het vervoer van fruit, groenten en vlees, maar ook voor aardappelen en kaas en verschillende andere producten zoals bloemen, boter en eieren, maar ook filmrollen en zelf verf. Het vervoer van vis gebeurde in België met specifieke koelwagens die speciaal voor visvervoer voorbehouden werden. Om de lucht constant te houden werden boven het dak ventilatoren geplaatst. Tijdens het rijden zorgen deze ventilatoren voor de nodige luchtcirculatie. Bij koelwagens zonder ventilatoren werd de luchtcirculatie onderhouden door de warme lucht die gekoeld werd door de ijsblokken. De eerste koelwagens hadden een beperkte isolatie waarbij de dubbele wanden in hout gewoonlijk werden opgevuld met kurk. Korte tijd later kregen we de eerste isothermwagens met wanden in metaal en met betere isolatiematerialen. Tevens kregen ze elektrisch aangedreven ventilatoren. Pas bij de invoering van een autonoom koelsysteem verdween het gebruik van ijsblokken en droogijs.

1. Koelwagens van het type WAR

Bij deze wagens wordt de temperatuur van de vervoerde producten gedurende het transport tussen de 0" en 6° C gehouden door ijsblokken die geplaatst worden in de bakken aan de uiteinden van de wagens. Elektrische ventilatoren. gevoed door een dynamo op één van de assen, zorgen voor het aanjagen van de lucht in een gesloten circuit waardoor er een goede thermische geleiding ontstaat tussen het ijs en de lading. De lucht wordt aangezogen doorheen het ijs en in de laadruimte geblazen. De lucht gaat van boven tot onder door de lading en koelt deze af waarna het via de lattenbodem terugkeert naar de ijsbakken. De voordelen van het gebruik van waterijs zijn talrijk, vooral voor het vervoer van verse groenten en fruit: betrouwbaarheid (geen defekten), economisch goedkoop, luchtbevochtiging van de laadruimte en daardoor geen gewichtsverlies, mogelijkheid tot het snel laten dalen van de temperatuur, en ecologisch zonder afvalstoffen. 
Deze wagons zijn vooral bestemd voor het vervoer van bederfelijke goederen die vervoerd moeten worden op een temperatuur net boven bet vriespunt. De ventilatoren worden gevoed door een dynamo die op één van de assen is gemonteerd. Dankzij de aanwezigheid van een stopcontact op de kop van de wagon kan de lading voor het vertrek reeds gekoeld worden of koud gehouden worden alvorens te worden gelost. 
Deze koelwagons kunnen ook gebruikt worden als isothermische wagons. Dit wil zeggen dat de lading kan beschermd worden tegen warmte of koude zonder gebruik van ijs. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het vervoer van bevroren of diepgevroren producten door het waterijs te vervangen door koolzuurijs, ook droogijs genoemd. Droogijs heeft een temperatuur van -80° en is beschikbaar in blokken en in pellets. Droogijs zorgt voor een langdurige koeling, waarbij de koelcapaciteit tot 3x hoger is dan die van waterijs of ijsblokken.

Aan de wagens van het type WAR in gebruik door Interfrigo worden de volgende lettercodes toegekend:

Is    Normaal laadvermogen met continentaal profiel     
Ifs   Normaal laadvermogen met Brits profiel    
Ibs   Groot laadvermogen met continentaal profiel    
Ibfs   Groot laadvermogen met Brits profiel    
Ibbs   Zeer groot laadvermogen met continentaal profiel    
Ias   Buitengewoon groot laadvermogen met continentaal profiel    

2. lsothermische wagens type WAl

Deze wagens beschikken niet over enige inrichting voor het koelen zoals bakken met ijsblokken of droogijs of over een andere koelinstallatie. De wanden werden enkel geïsoleerd met polyurethaanschuim zodat een bescherming tegen de warmte of de koude verkregen wordt.

Bij deze wagens wordt het volgende onderscheid gemaakt:

Ibfis   Groot laadvermogen met continentaal profiel    
Ibfs   Groot laadvermogen met Brits profiel    
Ibbls   Zeer groot laadvermogen met continentaal profiel    
Ials   Buitengewoon groot laadvermogen met continentaal profiel    

3. Koelwagens van bet type WAF

Deze koelwagens zijn voorzien van een verluchtingsinstallatie en een autonoom werkende koelgroep die wordt aangedreven door een stroomaggregaat met dieselmotor waarvan de brandstofreserve voldoende is voor tien dagen. De luchttemperatuur in de laadruimte kan thermostatisch worden geregeld tussen -25° C en 20° C. Tijdens de reis worden deze wagens onderworpen aan controles door speciaal hiertoe opgeleide technici die zich bevinden op uitgezochte standplaatsen verspreid over het Europese spoorwegnet. 
Een groot aantal van deze koelwagens beschikt over uitwisselbare draaistellen waardoor het koelverkeer naar Spanje vlot kan doorgaan. zonder onderbreking aan de grenspunten Port Bou, Cerbère of Irun, en Hendaye.

Ibbgs   Groot laadvermogen met continentaal profiel    
Iags   Buitengewoon groot laadvermogen met continentaal profiel    

4. Koelwagens van het type WAL met vloeibare stikstof

Bij deze wagens wordt het behoud van de lage temperatuur verkregen door een systeem met vloeibare stikstof. Deze wagens werden vooral in Zwitserland gebruikt.

De volgende wagens worden onderscheiden:

Ibbgs   Groot laadvermogen met continentaal profiel    
Ibfggs   Groot laadvermogen met Brits profiel    

5. Wagens van het type WAR

Deze wagens werden gebruikt voor het begeleidend personeel en werden alleen gebruikt bij zeer grote transporten. Deze wagens kregen de letteraanduiding Ibis. 

 

Interfrigo koelwagens bij de NMBS

Alhoewel de NMBS actief gebruik maakte van het aanbod van Interfrigo, had het zelf weinig wagens die 

Bij de NMBS werden begin jaren 1950 twee nieuwe reeksen ingeschreven als privéwagen.  Deze wagens waren eigendom van Interfrigo. Ze werden ingedeeld in de reeks 500.000 die gereserveerd werd voor privéwagens. De eerste reeks kreeg de nummers 521600 tot 521704, de tweede van 521830 tot 521899. Hieruit kunnen we afleiden dat er 175 wagens gebouwd werden. De wagens hebben waarschijnlijk nooit een zevendelig nummer gekregen die vanaf 1956 bij de NMBS werd ingevoerd. Dit gebeurde wel meer met privéwagens. De nummering ging in het midden van de jaren 1960 (vanaf 1964) rechtstreeks over van 500.000 naar de nieuwe UIC nummering. Naast een UIC-nummer kregen een aantal wagens de letteraanduiding Icefs en Iefs, die gereserveerd werden voor koelwagens (I) met vleeshaken (c) en met elektrische ventilatie (e) die geschikt zijn voor verkeer naar Groot-Brittannië (f) en voor snelheden tot 100 km/uur (s). Een foto van de eerste reeks hebben we gehaald uit de fotoalbum van 'Peter Van Gestel' op 'flickr.com/photos/pimvangestel'. Deze foto komt uit de fotocollectie van wijlen Fernand Maes en is online geplaatst met toestemming van MSC De Kempen. Een afbeelding van de tweede reeks vonden we in de fabriekscataloog van Forges Usines et fonderies Haine-Saint-Pierre. Waar de eerste reeks werd gebouwd hebben we niet kunnen achterhalen.

Afhandeling Interfrigo Koelwagens omstreeks 1950 - 1970

De meeste gekoelde zendingen bestemd voor België kwamen aan in Brussel in het station Thurn en Taxis. In het volle seizoen ontving dit station 110 tot 180 wagens per dag in het midden van de jaren 1960. Het daggemiddelde beloopt evenwel 60 tot 70 wagens. In 1966 had het station Thurn en Taxis 13.346 wagens ontvangen beladen met 154.592 ton goederen (fruit en groenten). In iets meer dan vijf jaar tijd werd de bedrijvigheid van het station voor het verwerken van koelwagens bijna verdubbeld. In 1960 ontving het 80.224 ton fruit en groenten, waarvan 5.318 ton bananen, 56.190 ton ander fruit en 18.716 ton groenten (inbegrepen 7.216 ton aardappelen). Het station kende een gestadige vooruitgang. Tegelijkertijd stelde men ook een minder grote stijging van het aantal gebruikte wagens vast : 9.213 in 1961 en 13.346 in 1965. Oe wanverhouding tussen het stijgend volume en het dalend aantal wagens vloeit voort uit het feit dat het materieel rationeler wordt gebruikt en dat de wagens die ter beschikking van de gebruikers worden gesteld, van de andere kant ook tegelijkertijd een groter laadvermogen bieden en beter zijn ingericht. Begin jaren 1970 werden een del van de activiteiten van Thurn en Taxis verlegd naar een nieuwe locatie naast het spoor in Laken (op de plaats van de oude gasfabriek naast het kanaal) waar men kon beschikken over grote koelkamers. Ondanks deze bijkomende installaties bleef Thurn en Taxis een belangrijke rol spelen in de afhandeling gekoelde goederen via het spoor. Vanaf 1 januari 1971 werden de activiteiten in België voor koeltransporten van Interfrigo vertegenwoordigd door Interferry.

Interfrigo en Intercontainer

Op 1 juli 1993 werden de activiteiten van Intercontainer* en Interfrigo samengevoegd en kreeg de nieuwe organisatie de naam Intercontainer-Interfrigo (ook Inter-Interfrigo). In België was NV Interferry** de vertegenwoordiger voor Intercontainer, en tegelijk ook voor Interfrigo (sinds 1971).
In 2003 werden de activiteiten van Intercontainer-Interfrigo ondergebracht in een naamloze vennootschap Intercontainer (Inter)Frigo NV (ICF)

Eind 2010 vroeg Intercontainer Interfrigo NV (ICF) het faillissement aan. Op 1 februari 2011 ging het bedrijf in faling. Een aantal activiteiten werden overgenomen door privémaatschappijen. Ook Inter Ferry Boats toonde interesse in de activiteiten van Zuid-Europese tak van ICF. (bron Wikipedia)

* Intercontainer werd opgericht in 1967 als een non-profit samenwerkingsverband tussen de belangrijkste Europese spoorwegmaatschappijen. Zij werd opgericht met maatschappelijke zetel in Brussel, en met de administratieve zetel in Basel, net zoals Interfrigo. De hoofdactiviteit van het bedrijf richtte zich op intermodaal lange-afstands containervervoer (transcontainers). 
** Interferry of de N.V. Nationale Maatschappij voor Wegvervoer en Intercontinentaal vervoer, werd opgericht op 1 november 1966 door de N.M.B.S. en door de Société Belgo-Anglaise des Ferry-Boats Anglo-Belgische Vennootschap dat beheerd wordt door Brittish Rail en de NMBS.

 

Bronnen: Spoorwegjournaal nr 22 en 93. Beeldmateriaal uit het Utrechts Archief. Het Spoor, personeelstijdschrift. Spoornieuws, informatieblad van de handelsdirectie der Belgische Spoorwegen.